Een ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming en inrichting van een gebied vast.

Sinds het decreet op de Ruimtelijke Ordening in 1999 worden geen bijzondere plannen van aanleg (BPA’s) meer opgemaakt, maar worden gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) opgesteld.

Deze RUP's vertrekken altijd vanuit de visie van een ruimtelijk structuurplan. Een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) maakt de uitvoering van een ruimtelijk structuurplan concreet. Zowel gemeenten, provincies (PRUP) als de Vlaamse overheid kunnen RUP's opmaken. De bestaande BPA's blijven geldig tot ze worden vervangen door een RUP.

Ruimtelijke uitvoeringsplannen vervangen de gewestplannen. Voor alle percelen in een bepaald gebied wordt zo heel duidelijk wat er kan en wat niet. Een RUP regelt voor elk stuk grond wat er wel of niet mag gebouwd of verbouwd worden. Het toont hoe een bepaalde buurt er in de toekomst kan uitzien.

Op basis van de stedenbouwkundige voorschriften die zijn opgenomen in het RUP, kunnen omgevingsvergunningen verleend worden.

Een RUP bestaat uit verschillende delen: een toelichtingsnota, een grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften. Soms hoort er ook een onteigeningsplan bij.

Meer informatie over uitvoeringsplannen vind je op de website van de Vlaamse overheid.