De diensten burgerzaken en grondgebiedszaken (voor professionelen) werken enkel op afspraak.
Stookolietanks
Als je voor de verwarming van je woning een stookolietank gebruikt, dan gelden er enkele belangrijke verplichtingen voor het onderhoud van die tank.
Controle vóór de stookolietank in gebruik genomen wordt
Elke tank moet na de plaatsing, maar vóór de ingebruikname gecontroleerd worden. Als er in de stookolietank(s) bij jouw woning 5 000 kg stookolie of meer (6 000 liter) kan, moet je dat ook melden aan het gemeentebestuur.
Je moet een omgevingsvergunning aanvragen vóór de tank geplaatst wordt:
- als er in totaal meer dan 20 ton stookolie met GHS02-symbool kan worden opgeslagen;
- als er in totaal meer dan 50 000 liter stookolie zonder GHS02-symbool kan worden opgeslagen.
Controle als de stookolietank in gebruik is
Ook na ingebruikname moet je je stookolietank regelmatig laten controleren. Hoe vaak dat moet, hangt af van het volume van de tank, de plaatsing ervan (ondergronds of bovengronds) en de ligging (binnen of buiten de waterwingebieden en beschermingszones).
Na de controle
Bij iedere controle wordt een certificaat opgesteld voor de eigenaar of exploitant. Na de controle krijgt je installatie een groene, oranje of rode dop of merkplaat.
- Een groene dop of merkplaat betekent dat de tank voldoet aan de wettelijke bepalingen en verder gebruikt mag worden.
- Een oranje dop of merkplaat betekent dat de tank niet voldoet aan de wettelijke bepalingen maar dat de vastgestelde gebreken geen aanleiding kunnen geven tot verontreiniging buiten de tank. De tank mag nog gevuld of bijgevuld worden tijdens een overgangsperiode van maximaal 6 maanden. De eigenaar of exploitant moet alle nodige maatregelen nemen om de tank opnieuw in goede staat te brengen. Vóór het verstrijken van de overgangsperiode moet de installatie opnieuw gecontroleerd worden.
- Een rode dop of merkplaat betekent dat de opslaginstallatie niet voldoet aan de wettelijke bepalingen. In dat geval is het verboden om de opslagtank te vullen of te laten vullen. De eigenaar of exploitant moet alle nodige maatregelen nemen om de opslaginstallatie opnieuw in goede staat te brengen. Daarna moet de installatie opnieuw gecontroleerd worden. Binnen de 14 dagen nadat een rode dop of merkplaat aangebracht werd, moet de eigenaar of exploitant dit melden bij de afdeling Operationeel Waterbeheer van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Buiten gebruik stellen
Is je stookolietank aan vervanging toe of schakel je over op aardgas of een hernieuwbare verwarmingsborn, dan moet je je stookolietank buiten gebruik stellen. Door je stookolietank te reinigen of verwijderen, vermijd je milieuschade door het lekken van stookolie. Het buiten gebruik stellen van je stookolietank laat je uitvoeren door een erkend technici.
Stookolietanks die niet meer gebruikt worden, moeten gereinigd worden. Ondergrondse tanks moeten daarnaast verwijderd worden. Als het niet mogelijk is de tank te verwijderen, moet in overleg met een erkende technicus, de tank gevuld worden met zand, schuim of ander inert materiaal. Alle nodige maatregelen moeten worden genomen om milieuverontreiniging te voorkomen.
Na de buitengebruikstelling van de ondergrondse mazouttank stelt de erkende technicus een certificaat op waaruit ondubbelzinnig moet blijken dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit certificaat vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de erkende technicus.
Je moet een afschrift van dit attest bezorgen aan de dienst grondgebiedszaken.