De gemeente bewaakt de brandveiligheid in publiek toegankelijke inrichtingen zoals cafés, restaurants, winkels, showrooms, feestzalen … Heb je een brandveiligheidsattest of verplichte verzekering objectieve aansprakelijkheid in geval van brand en ontploffing nodig?

Brandveiligheidsattest

Het Uniform Gemeentelijk Politiereglement (UGP) – Afzonderlijk Deel B: Gemeente Arendonk – Hoofdstuk XII bepaalt de minimumnormen inzake brandpreventie waaraan publiek toegankelijke gebouwen moeten voldoen.

Die bepalingen zijn van toepassing op alle (delen van) inrichtingen die gewoonlijk of occasioneel toegankelijk zijn voor het publiek, ook al wordt het publiek er slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten (kosteloos, tegen betaling of op vertoon van een lidkaart). Daaronder wordt verstaan: zalen, restaurants, parochiezalen, kantines, drankgelegenheden, cafés, tavernes, verbruikszalen, frituren, dansgelegenheden, discotheken, bars, snackbars, eethuizen, vergaderzalen, feestzalen, sportzalen, schietstanden, winkelruimten, jeugdlokalen, bioscopen, culturele centra, dienstencentra, congrescentra …

De exploitant moet een gunstig attest brandveiligheid van de burgemeester bekomen:

  • voor het openen, openhouden of heropenen van een publiek toegankelijke inrichting;
  • bij elke wijziging van exploitatie of exploitant;
  • bij transformatie of renovatiewerken;
  • bij vernieuwing van de binneninrichting die de brandveiligheid en de evacuatiemogelijkheden beïnvloeden;
  • bij wijziging van de netto-oppervlakte;
  • bij bestemmingswijziging;
  • bij elke wijziging die de brandveiligheid en de evacuatiemogelijkheden kan beïnvloeden.

In al die gevallen moet de exploitant vooraf een brandveiligheidsinspectie aanvragen aan de burgemeester. Na een brandveiligheidscontrole ter plaatse maakt de brandweer een brandpreventieverslag op. Het brandpreventieverslag bevat de maatregelen die de exploitant moet treffen om in overeenstemming te zijn met de minimumnormen. Op basis van het brandpreventieverslag kan de burgemeester een brandveiligheidsattest afleveren.

De burgemeester kan overgaan tot voorlopige sluiting als de inrichting niet voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen.

Volgende publiek toegankelijke inrichtingen moeten geen attest brandveiligheid hebben conform het UGP – Afzonderlijk Deel B: Gemeente Arendonk – Hoofdstuk XII:

  • installaties in openlucht en inrichtingen in tijdelijke constructies zoals tenten en kermisinrichtingen (hier gelden de bepalingen van het UGP – Afzonderlijk Deel B: Gemeente Arendonk – Hoofdstuk XIII: Brandveiligheid in publiek toegankelijke tenten);
  • publiek toegankelijke inrichtingen waar inzake brandveiligheid andere wetgeving van toepassing is (bv. ziekenhuizen, rusthuizen, sportstadions, toeristische logies, voorzieningen voor kinderopvang …);
  • gebouwen waarvan een beperkt aantal lokalen (wachtkamer, spreekkamer) gebruikt worden voor de uitoefening van een vrij beroep of dienstverlening (geneesheer, advocaat, notaris, kapper, makelaar …) voor zover er geen grotere brandbelasting aanwezig is dan in een woning;
  • eengezinswoningen (bv. een kunstenaar die in zijn woning zijn werken tentoonstelt aan het publiek).

Verplichte verzekering objectieve aansprakelijkheid inzake brand en ontploffing

Volgens de Wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en het bijhorende KB van 28 februari 1991 zijn volgende publieke inrichtingen verplicht een verzekering objectieve aansprakelijkheid inzake brand en ontploffing aan te gaan bij een erkende verzekeraar:

  1. dancings, discotheken en alle openbare gelegenheden waar gedanst wordt
  2. restaurants, frituren en drankgelegenheden, wanneer de totale voor het publiek toegankelijke oppervlakte ten minste 50 m² bedraagt (incl. de openlucht inrichtingen zoals terrassen)
  3. hotels en motels met ten minste 4 kamers, die ten minste 10 klanten kunnen ontvangen
  4. kleinhandelswinkels (elke verkoop rechtstreeks aan de particulier) waarvan de verkoopruimte en de aanpalende opslagruimte een totale oppervlakte van ten minste 1 000 m² hebben (parkings worden niet meegeteld, tenzij zij voor de verkoop worden benut)
  5. jeugdherbergen
  6. artistieke cabarets en circussen
  7. bioscopen en theaters
  8. casino's
  9. culturele centra
  10. polyvalente zalen, voor onder meer voorstellingen, openbare vergaderingen en sportmanifestaties (hieronder vallen ook buurthuizen, parochiezalen, auditoria …)
  11. sportzalen, zwembaden, schaatsbanen, bowlings, fitnesscentra, gymnasium
  12. schietstands en schietinrichtingen voor boogschutters
  13. stadions
  14. handelsbeurzen, tentoonstellingszalen, showrooms van fabrikanten of groothandelaars (zelfs wanneer er geen detailhandel wordt bedreven), musea
  15. gesloten kermisinstallaties waarvan de totale voor het publiek toegankelijke oppervlakte ten minste 100 m² bedraagt
  16. opblaasbare structuren
  17. handelsgalerijen waarvan de totale voor het publiek toegankelijke oppervlakte gelijk is aan of groter dan 1 000 m²
  18. pretparken en lunaparken
  19. ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen in de medische sector (bv. revalidatiecentra), dus niet de schoonheidsinstituten, sauna’s ...
  20. serviceflatgebouwen, woningcomplexen met dienstverlening en rusthuizen voor bejaarden
  21. inrichtingen voor onderwijs en beroepsopleiding (de sector van de permanente vorming valt hier niet onder)
  22. voor het publiek toegankelijke kantoorgebouwen, waarvan de totale voor het publiek toegankelijke oppervlakte ten minste 500 m² bedraagt (incl. parkings in het gebouw)
  23. stations, metro-installaties en luchthavens
  24. gebouwen voor de uitoefening van erediensten, waarvan de totale voor het publiek toegankelijke oppervlakte ten minste 1 000 m² bedraagt
  25. de gebouwen van de hoven en rechtbanken

Die verzekering moet in orde zijn voordat de inrichting voor het publiek wordt opengesteld. De burgemeester kan overgaan tot voorlopige sluiting als de inrichting zo’n verzekering niet heeft. De heropening wordt slechts toegestaan als die verzekering in orde gebracht werd.

Bij het sluiten van zo’n verzekeringsovereenkomst wordt door de verzekeringsonderneming aan de verzekeringnemer een attest afgeleverd. Een duplicaat van het verzekeringsattest wordt toegezonden aan de burgemeester van de gemeente waar de voor het publiek toegankelijke inrichting is gevestigd.

De verzekeringsondernemingen brengen de burgemeester ook in kennis van het beëindigen van het contract en van de nietigverklaring, ontbinding, opzegging of schorsing van de overeenkomst of van de dekking.