Mestfabriek wordt dynamietfabriek.

In 1872 gaf het toenmalige gemeentebestuur de toelating om op de Voorheide een mestfabriek op te richten. Kort daarna bleek dat er geen mestfabriek zou komen maar een dynamietfabriek. De beroering onder de Arendonkse mensen was groot. De gemeenteraad gaf uiteindelijk toch de toestemming om de fabriek te starten op voorwaarde dat de directie de verantwoordelijkheid op zich zou nemen voor ongevallen en voor de eventuele wezen zou instaan.

Dynamiet 8

Dat deze voorzorg van het gemeentebestuur niet overbodig was, bleek al gauw. De ontploffingen volgden elkaar snel op. Nog voor de eeuwwisseling gebeurden er 9 ontploffingen. Strengere veiligheidsvoorzorgen drongen zich op en de gebouwen die centraal gelegen waren, werden verspreid opgetrokken en omringd met walletjes. Het werd een tijdje stil op het ‘Poejer’.

De grote ramp van 1927

In de voormiddag van 27 juli 1927 waren alle arbeiders aan het werk. Plots ontstond er een geweldige knal en de grond schudde als bij een aardbeving. Een grote zwarte rookpluim steeg op boven de fabriek. Een werkplaats voor het vullen van cartouches was in de lucht gegaan. Eén van de machines bleek defect en de herstellingswerkzaamheden zorgden voor een verschrikkelijke ontploffing.

Bij deze ramp kwamen 6 mensen om het leven. Het officiële rapport luidt als volgt: "De verminkte onkennelijke overblijfsels der 6 volgende personen werden verzameld: Jacques Julien, Timmermans Paul, Oris Alfons, Van Camfort Jan, Meynendonckx Maria en Borgers Elisa.”

In 1930 was er opnieuw een ontploffing waarbij 2 werklieden werden gedood.

Het laatste dynamiet werd gemaakt in 1964. De fabriek werd later deels verkaveld en verkocht.